De Nederlandse bollenteelt staat aan de vooravond van grote veranderingen. Verduurzaming is niet langer een keuze, maar een noodzaak. De maatschappelijke druk om milieuvriendelijk te produceren groeit én de sector krijgt te maken met steeds strengere regelgeving op het gebied van gewasbescherming en bodemgebruik.
Pilotproject voor duurzame bloembollenteelt in de praktijk succesvol afgerond
Met de afronding van het onderzoek naar Duurzame Teelt van Tulp en Bijgoed (Pilot 5) is een belangrijke stap gezet in de zoektocht naar een meer duurzame bloembollenteelt. Deze pilot maakt deel uit van het bredere praktijkprogramma “Weerbaarheid in Praktijk”, gesteund door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). In samenwerking met zes vooruitstrevende bollentelers zijn in de praktijk verschillende duurzame teeltmethodes getest.
Praktijkgericht onderzoek door telers zelf
Wat deze pilot uniek maakt, is de directe betrokkenheid van de telers. Het project startte met vier bedrijven en groeide in de loop der jaren uit tot een samenwerkingsverband van zes telers, die elk vanuit hun eigen expertise een stukje van de puzzel aanpakten.
Focus op weerbaarheid
Een belangrijk uitgangspunt binnen het project is het vergroten van de weerbaarheid van de teelt. In plaats van symptomen te bestrijden, wordt er gekeken naar de oorzaak: hoe zorg je dat de plant sterker wordt en beter bestand tegen ziekten en plagen? Dat vraagt om een andere manier van denken én werken. Er werd geëxperimenteerd met verschillende middelen, maar ook met innovatieve mechanische technieken.
Telers merkten dat het succes van zulke methodes vaak afhankelijk is van timing en omstandigheden. Niet elke proef leverde direct het gewenste resultaat op. Maar juist dat is de kracht van dit project want inzichten worden gedeeld, resultaten besproken, en verbeteringen volgen in nieuwe seizoenen.
Tulpengalmijt grootste uitdaging
Een dringend probleem waar de sector tegenaan loopt, is de bestrijding van tulpengalmijt. Door aangescherpte regelgeving verdwijnen veel gangbare middelen, terwijl nieuwe biologische alternatieven nog in ontwikkeling of onvoldoende getest zijn. De druk op telers is daardoor groot.
Dit is ook relevant voor de export, waar kwaliteitsverlies door ziektes kan leiden tot reputatieschade en klantverlies.
Mechanische onkruidbestrijding en kennisdeling
Ook op het gebied van mechanische onkruidbestrijding zijn stappen gezet. Diverse machines zijn in de praktijk getest.
Kennisdeling vormt een pijler van het programma en vindt ook plaats tijdens vaktentoonstellingen, webinars en andere live bijeenkomsten. De samenwerking binnen het project wordt ondersteund door partners als KAVB, Vertify, Artemis, Agrifirm-GMN, Agrodis, CNB en Tulpenadvies.
Deelnemende telers Pilot 5:
- Apeldoorn Bloembollen
- Boon & Breg
- Huiberts Biologische Bloembollen
- Schouten Tulips / Eko-Flora
- J & T Bloembollen BV
- W.W. van Haaster & Zn.
Met de afronding van Pilot 5 wordt duidelijk dat praktijkgericht onderzoek, uitgevoerd in samenwerking met de telers, een krachtige manier is om innovaties in de sector versneld en effectief toe te passen. In de reportage vertellen verschillende deelnemers aan deze pilot over hun ervaringen.
Zie ook:
Van biogas naar superfood: Sustenso’s circulaire doorbraak
De toekomst van de bloembollenteelt